• Doelstelling

  • Geschiedenis

  • Parlementaire Onderzoeken

  • Vormen van (machts)misbruik in de RKK

  • De Rooms Katholieke Kerk schendt de mensenrechten

  • Bijbelse motivatie van onze werking

  • Prediken over vergeving kost weinig, maar verwoest veel

  • Een voorbeeld

  • De wereld op zijn kop

  • Maar de grootste tegenstand komt uit Rome.

  • Welke theologie?

  • Schulden vergeven of schulden betalen?

  • Dialoog tussen de WMK en de verantwoordelijken van de RKK

Geschiedenis

WERKGROEP MENSENRECHTEN IN DE KERK (1992-2024)

Doelstelling

De WMK wil vooral een stem geven aan de mensen die persoonlijk door de kerk, haar ideologie en handelingen, haar instituten en verantwoordelijken op de ene of andere manier werden gekwetst, benadeeld of gediscrimineerd.

Geschiedenis

In september 1992 ondernam het Aartsbisdom Mechelen-Brussel een poging om het eerste boek van de katholieke priester Rik Devillé, nl. “De Laatste Dictatuur”, uitgegeven door Kritak – Leuven, te verbieden. Dat mislukte door de grote belangstelling van de pers, die juist omwille van dat verbod zo groot was. Het boek is een analyse van de toen opkomende malaise in de katholieke kerk. Rik Devillé kwam tot het besluit dat er in de RKK slechts één groot probleem was, nl. de middeleeuwse bestuursvorm van Rome, het pausdom.

Ook al wordt er in dat boek met geen woord gerept over de problematiek van seksueel misbruik binnen de kerk, toch vonden meteen heel wat slachtoffers van diezelfde Rooms-Katholieke Kerk de weg naar Devillé, bij wie ze hun negatieve ervaringen met die kerk konden ventileren. Heel snel, een paar weken later reeds, was de “Vlaamse Werkgroep Mensenrechten in de Kerk” (VWMK) geboren, de eerste en tot op heden de enige vereniging van slachtoffers van mensen die zich gekwetst, geschonden of benadeeld weten door kerkelijke gezagsdragers. Wat een breder luik van misbruik inhoudt dan wat in de media enkel verengd werd tot het seksueel misbruik in de kerk.

De eerste maandelijkse samenkomsten gingen door in de lokalen van Pax Christi-Vlaanderen aan de Italiëlei in Antwerpen. Er was enorm veel belangstelling, soms meer dan 30 mensen. Kerkjuristen en theologen namen aan de besprekingen deel. De grootste steun kwam vanuit de toenmalige Werkplaats voor Theologie en Maatschappij (WTM). Ondertussen liepen de meldingen van allerlei mensenrechtenschendingen in de RKK binnen, vooral bij Rik Devillé. Maar haast elk lid van de Werkgroep werd ooit aangesproken over een of ander misbruik door een clericus.

Om efficiënt te werken werd de VWMK in drie groepen opgesplitst: een kerkrechtelijke werkgroep, een groep voor theologische onderbouw en een groep voor bijstand aan de slachtoffers.

In 1994 resulteerde dat alles in de uitgave van het boek van Rik Deville,“De Katholieke Ziekte, een diagnose”, uitgeverij Kritak – Leuven. Daarin wordt voor het eerst het probleem van machtsmisbruik in de Belgische kerk in kaart gebracht. Er werden mechanismen blootgelegd (o.a. de backlash) en methodes aangereikt voor genezing en heling. Maar ook dit aanbod werd door de bisschoppen genegeerd. Daarom besloot de VWMK om in 1997 met het studieboek “In de Ban van de Kerk”, uitgegeven door Van Halewijck – Leuven, een handleiding te maken voor kerkelijke oversten en hun diensten om op een meer evangelische en correcte wijze met de problematiek van seksueel en ander machtsmisbruik in eigen rangen om te gaan. 

In dat boek bieden wij, aan de hand van een vijftal type-verhalen, Bijbelse, theologische en kerkrechtelijke bouwstenen aan. Verschillende Vlaamse theologen en kerkjuristen werkten mee aan dit document van de leden van de bijstandsgroep van de WMK. Na de publicatie van dit boek zijn zowel de kerkrechtelijke werkgroep als de groep van theologen gestopt. Sinds 1997 is de bijstandsgroep,  de groep van mensen die vooral de contacten met de slachtoffers onderhield - uitgegroeid tot de huidige “Werkgroep Mensenrechten in de Kerk” (WMK).

Rik Deville en Norbert Bethune,, die nu nog deel uitmaken van de werkgroep, waarin hierin de voortrekkers.

Haar reden van bestaan haalt de werkgroep uitsluitend uit de klachten van de slachtoffers van de RKK.

 

Parlementaire Onderzoeken

waarvan Mensenrechten in de Kerk mee aan de basis ligt:

1996-97

Parlementaire Onderzoekscommissie met het oog op de beleidsvorming ter bestrijding van de onwettige praktijken van de sekten en van de gevaren ervan voor de samenleving en voor het individu, inzonderheid voor Minderjarigen. Eindverslag 25 04 1997 Document 313/7-95/91. 

2010-11

Parlementaire Commissie betreffende de behandeling van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een gezagsrelatie, inzonderheid binnen de Kerk. Document 53 0520/002 (2010/2011)

2023-24

De Parlementaire Onderzoekscommissie betreffende Operatie Kelk bestaat uit drie onderzoeken.

Parlementaire Onderzoekscommissie in het Federaal Parlement.

Bijzonder Commissie in het Vlaams Parlement.

Onderzoek door de Hoge Raad voor Justitie

Vormen van machtsmisbruik in de RKK

Hoewel elke indeling iets kunstmatigs heeft, onderscheiden we zeven grote groepen van klachten.  

  1. Celibaatsverplichting voor geestelijken, geen recht op intieme relaties, geheime relaties, seksuele aberraties met als vreselijkste uitwas: het seksueel misbruik van onschuldige kinderen. Meer hierover is te vinden in het boek van priester Norbert Bethune van 1995 "Zonde van dat verplichte celibaat".

  2. Klachten van buiten België. De WMK was als vzw tot 2004 lid van het Europees Netwerk Mensenrechten in de Kerk en heeft nog steeds internationale contacten met groepen uit andere Europese landen of met slachtoffers uit Amerika en Afrika.

  3. Financiële klachten: schendingen door de RKK of haar instellingen van de wet op de sociale zekerheid, gebrek aan pensioenregeling, problemen i.v.m. het niet betalen van vergoedingen, ontslag omwille van echtscheiding of (nieuw) huwelijk e.d.

  4. Misbruik van machtsposities, o.a. ideologische onverdraagzaamheid, kloostersituaties, gebrek aan inspraak, hypocrisie, seksueel misbruik, katholieke sekten en sektarische groepen met daar bij aansluitende de publicatie van het boek “Het Werk, een katholieke sekte” van Rik Devillé in 1996 en de daarbij horende Parlementaire Onderzoekscommissie rond sekten.

  5. Gebrek aan verweer: het niet gehoord worden of niet reageren, het uitblijven van noodzakelijke maatregelen, al kwam de Belgische bisschoppenconferentie in 1996 aan dit gebrek ten dele tegemoet door het oprichten van een “Geschillencommissie”.

  6. Discriminatie van vrouwen, homo's, gehuwde priesters, het schenden van de mensenrechten. Hierover publiceerde priester Norbert Bethune, medestichter van de WMK, het boek “Zonde van het Verplicht Celibaat”.

  7. Slachtoffers van de starre moraal: schuldgevoelens, de problematiek van echtscheidingen, ongewenste kinderlast e.d.

De Rooms Katholieke Kerk schendt de mensenrechten  

Van september 1992 tot november 2023 werden1.725 klachten van schendingen van mensenrechten in kerkelijke relaties gemeld aan onze werking. De overgrote meerderheid van die klachten, ongeveer 1.400 gaan over seksueel machtsmisbruik door clerici gepleegd op minderjarigen.

Bijbelse motivatie van onze werking

 Het boek Genesis vertelt hoe de broers van Jozef hem naar het leven staan. Jaren later, als Jozef onderkoning van Egypte is, staan zij weer tegenover elkaar. Jozef maakt zich bekend en verzoent zich met zijn broers. Maar als hun vader Jacob sterft wordt alles opgerakeld en is het opnieuw zoeken naar verzoening. Het Bijbels model voor verzoening is een langdurig proces en mondt niet automatisch uit op inkeer en vergeving.

 

Prediken over vergeving kost weinig, maar verwoest veel

Wat de Bijbel typeert is de centrale plaats van het slachtoffer in het proces van verzoening. Verzoening betekent daar het herstellen van een verbroken relatie. Het Bijbelse strafrecht houdt concrete genoegdoening aan het slachtoffer in. Bovendien heeft in de Bijbel de aard van de straf te maken met de overtreding, zodat de straf zelf bijdraagt tot herstel van het onrecht.

Schadeloosstelling aanbieden behoort tot het opnieuw goedmaken van het begane onrecht.

Vergeving ja, maar niet ten koste van het slachtoffer.

Het feit dat een samenleving kan besluiten tot verjaring en dus afziet van strafrechtelijke vervolging, kan goede redenen hebben. Tegelijkertijd kan dat tot minachting voor de slachtoffers leiden, alsof zij het probleem zijn in plaats van de daders. In talrijke gevallen van seksueel misbruik wordt de bekendmaking ervan meestal voorafgegaan door een periode van verdringing en ontkenning door het slachtoffer, periode die decennialang kan duren en zo de verjaring in de hand werkt. Als slachtoffers over hun ervaring gaan praten is er meestal al heel veel tijd overheen gegaan. Verjaring speelt dan ten onrechte in het voordeel van de dader. De samenleving heeft de plicht om respect voor de slachtoffers te tonen door de verjaringstermijnen af te schaffen, vooral in de context van seksueel machtsmisbruik in de kindertijd. Voor de slachtoffers bestaat geen verjaring. Zij - en de mensen rondom hen - hebben nu al “levenslang”. Een sfeerbeeld rond het jaar 2000:

 

Een voorbeeld 

De Rechtbank van Brussel heeft kardinaal Danneels en zijn vicaris in eerste aanleg veroordeeld tot de betaling van 12.500 euro smartengeld aan een van de slachtoffers van een pastoor die wegens seksueel misbruik tot zes jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Danneels wijst echter alle juridische aansprakelijkheid voor het wangedrag van ondergeschikten af en tekende daarom hoger beroep aan. Onmiddellijk voelde het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB) zich geroepen om de bisschoppen te hulp te snellen met de verklaring “In deze verwarrende tijd willen wij onze bisschoppen niet alleen laten in een delicate opdracht” (Kerk en Leven nr. 13 - 1998). Kerk&Leven schrijft over WMK als nestbevuilers en 'Slachtoffers? Op één hand te tellen!'. WMK vraag aan het IPB: Waarom als IPB niet een open brief schrijven om begrip te vragen voor de slachtoffers? Geen reactie. De wijde kringen van de Belgische kerk ademen, zelfs nog een hele tijd tot na het Vangheluwe-schandaal, steeds dezelfde sfeer uit: 'het is overdreven', 'wij hebben van geen klachten gehoord', 'de clerus wordt in een negatief daglicht gesteld' enz...

Natuurlijk zijn de bisschoppen door het Vangheuwe-effect geschokt. De feiten die nu al jaren aan hen werden gecommuniceerd kunnen niet meer ontkend worden. Maar meestal worden die feiten voorgesteld als betreurenswaardige afwijkingen van individuen. De Kerk, het Instituut, treft nog steeds geen schuld. Er is nog steeds geen schuldig verzuim.

Of het gaat over de rol van de kerk in de genocide in Rwanda, of het gaat over de rol van de kerk in de Holocaust van 6 miljoen Joden, of het gaat om de duizenden en duizenden slachtoffers van seksueel geweld in de kerk, de gebeurtenissen worden voorgesteld als fouten van individuen. Niet alleen historisch, maar ook theologisch dubieus, is de tegenstelling die wordt geconstrueerd tussen de houding van individuele gelovigen en de rol van de kerk als geheel. De kerk trekt het boetekleed aan voor “het falen van haar zonen en dochters” maar houdt vol zelf zonder smet te zijn. De kerk zelf is heilig. De conservatieven (Wotyla en Ratzinger incluis) binnen het Vaticaan, die ervan overtuigd zijn dat de kerk een aan de geschiedenis ontstegen instituut is, blijven hun verantwoordelijkheid ontkennen. In hun conservatieve zelfbeeld is geen plaats voor een falende kerk en dus ook niet voor een falende paus of bisschop, priester of kloosterling.

 

De wereld op zijn kop

In 1994 schreven we al in het boek “De Katholieke Ziekte” dat de kerk van Rome het backlash-mechanisme toepast als slachtoffers van seksueel of van welke andere vorm van machtsmisbruik met hun verhaal naar buiten komen.  

Slachtoffers werden toen als daders bestempeld: “jullie willen de kerk zwartmaken”, “jullie hebben een verborgen agenda”, "ideeën in jullie verwarde brein" enz. In de Parlementaire Commissie Seksueel Misbruik kwamen de bisschoppen getuigen dat ze jarenlang het probleem van seksueel misbruik onderschat hadden. Het werd een grote “berouwshow” (San Deurinck). Het optreden van de bisschoppen was een “volgehouden vlucht voor de eigen verantwoordelijkheid” (ere senator Ghisleen Willems CD&V). Zelfs mensen uit het gerecht kwamen getuigen: “We konden zo'n gerespecteerde instelling toch niet opzadelen met het ondervragen van alle bestuursleden van de organisatie.”  

En als WMK klachten ging neerleggen bij de politie werd dat soms door een procureur uitgelegd als “belemmering van het onderzoek”. Of de onderzoeksrechter van Brugge, de heer Berkvens, die onze werkgroep aanmaande er zich niet mee te bemoeien. “Schoenmaker blijf bij uw leest”, zo spelde hij Norbert Bethune de les.

Voor het eerst werd dat principe van ontkenning doorbroken op Paaszaterdag 2012 door mgr. De Kesel, de toenmalige bisschop van Brugge. Slachtoffers werden voor de eerste keer niet langer als daders (van het zwartmaken van de kerk) bestempeld maar als slachtoffers erkend. Het begin van een nieuw vertrouwen op erkenning en herstel werd mogelijk gemaakt en nam jaar na jaar uitbreiding naar bijna alle andere bisdommen en religieuze congregaties.

 

Maar de grootste tegenstand komt uit Rome.

Meer zelfs, het Vaticaan verdedigt beschuldigde priesters. Eén voorbeeld: de Ierse Bisschoppenconferentie stuurde in 1996 een richtlijn rond om alle daden van pedofilie door geestelijken voortaan aan te geven aan de politie. In januari 1997 kreeg iedere Ierse bisschop hierop een brief van het Vaticaan met de nadrukkelijke stempel "Persoonlijk-Vertrouwelijk". Deze brief had het over ernstige "canonieke en morele" bedenkingen bij de voorgestelde richtlijn van de Ierse bisschoppen.

Het Vaticaan schreef zelfs dat het ieder beroep tegen een uitspraak van de Ierse bisschoppen, om een priester te laïciseren wegens misbruik, zou steunen. Het Vaticaan bracht dit dreigement daarna trouwens verschillende keren in praktijk, waardoor een aartsbisschop zelfs dreigde ontslag te zullen nemen. 

Tijdens een ontmoeting met kardinaal Castrillón Hoyos, voorzitter van de Congregatie voor de clerus (1996-2006), heeft de toenmalige aartsbisschop van Dublin, Desmond Connel, van frustratie met de vuist op tafel geslagen, omdat het Vaticaan boven alles de rechten van de beschuldigde priesters verdedigde.

Bij een bezoek van de Ierse bisschoppen aan het Vaticaan in 1999 werden zij er nogmaals aan herinnerd dat ze "eerst bisschoppen en geen politieagenten zijn". Het Ierse tv-programma waarin dit werd onthuld, verklaarde onomwonden dat het Vaticaan én de Paus weigerden de regels van het eigen canoniek recht toe te passen.

Paus Franciscus leek hoop te wekken. Hij zou een speciale rechtbank oprichten. Intussen weten wij dat dit niet zal doorgaan en dat twee slachtoffers van seksueel misbruik die hij benoemd had in commissie ter zake, Marie Collins en Peter Saunders ontgoocheld hun ontslag hebben ingediend. In 2019 vaardigde de paus nieuwe wetten uit rond seksueel misbruik in de kerk. De wetten verbeteren maar de toepassing ervan blijft uit. 

Welke theologie? 

De officiële “theologie van het priesterambt” plaatst de priester als dusdanig nog altijd op een voetstuk. Door dit opvoedingssysteem zijn priesters en religieuzen eerder getraind in de ontkenning en verdringing van hun seksualiteit dan in een eerlijke onderkenning van hun affectieve behoeften. Priesters, religieuzen en pastorale werkers hebben tijdens hun opleiding, in een cruciale periode van hun leven wat de verkenning van hun seksualiteit betreft, meestal heel weinig echt contact met vrouwen. Zo “boetseert” de kerk priesters tot daders. Bovendien biedt het “verplichte celibaat” een ideaal schuiloord en een excuus voor pedofielen. 

Vele priesters zijn ook homoseksueel, maar zij kunnen hun seksualiteit niet in openheid beleven zolang de kerk hun seksuele voorkeur als immoreel afwijst en met sancties dreigt als deze priesters samenlevingscontracten afsluiten.Trouwens geen enkele katholieke priester kan complexloos zijn seksualiteit relationeel beleven. Vandaar de hypocrisie als onderbewust toonbeeld van wat een clericus is. 

Binnen de kerk is dringend behoefte aan een grondige herziening van de theologie van het ambt, de opleiding van de kerkelijke bedienaars en de kerkelijke moraal over seksualiteit en de onderwaardering van de vrouw en van de seksualiteit in het algemeen. De leiding van de kerk is niet bereid of moreel volwassen genoeg om hierover een democratisch gesprek aan te gaan. Bijgevolg zullen in de nabije toekomst nog meer pijnlijke onthullingen volgen.

Veel zinvoller zou zijn dat de strafbare feiten van kerkverantwoordelijken publiek erkend worden en dat de dringend nodige stappen gezet worden om alle beslissingsmacht uit handen te geven en de burgerlijke en de strafrechtelijke overheden alle kansen te geven om herstelprocedures uit te werken. Deze overheden kunnen dan voor de kerk maatregelen tot herstel uitwerken en haar verplichten die herstelmaatregelen uit te voeren tot genoegdoening van de slachtoffers.

Canon 1395 § 2 van het Kerkelijk Wetboek zegt: “Een clericus die tegen het zesde gebod van de Decaloog misdaan heeft, dient, als het misdrijf bedreven is met geweld of bedreigingen of in het publiek of met een minderjarige beneden de leeftijd van zestien jaar, met rechtvaardige straffen gestraft te worden, wegzending uit de klerikale staat eventueel niet uitgesloten”. Vangheluwe en zovele duizenden bij naam gekende daders zijn nog steeds niet door Rome gestraft. 

Schulden vergeven of schulden betalen?

Wij roepen de bisschoppen en de oversten van congregaties op de hoogste prioriteit te geven aan het horen van de slachtoffers. Bij de commissie van de Belgische katholieke kerk zijn om en bij  de 1.000 dossiers van strafbare feiten van seksueel geweld gekend. De meeste zijn intussen behandeld en erkend.

Wij roepen de bisschoppen en oversten van de congregaties dan ook op hun houding blijvend en grondig uit te zuiveren en ook de opgedane positieve ervaringen te delen met hun collega's in de Wereldkerk. Natuurlijk zijn het niet zij die de feiten hebben gepleegd. Maar juridisch moeten zij wel verantwoordelijk gesteld worden als door hun toedoen misbruiken in de doofpot werden gestopt, als door hun toedoen misbruikers elders in de wereld nieuwe kansen tot misbruik kregen of als door hun toedoen de slachtoffers geen of onvoldoende recht wordt gedaan. Lijdzaam toekijken getuigt van medeplichtigheid. Getuigenissen met bewijsmateriaal zijn ons veelvuldig gemeld. Het wordt ook meer en meer duidelijk dat steeds meer bisschoppen en oversten wel willen werken aan herstel, maar er worden nog steeds nieuwe geheime documenten van het Vaticaan ontdekt waarin bisschoppen opgedragen wordt behoedzaam te blijven. Zo blijft bij de slachtoffers de terechte angst bestaan dat seksueel misbruik onder de zwijgplicht begraven wordt in de kerk van Rome.

De bisschoppen zouden de Wereldkerk een ontzettend grote dienst bewijzen als zij de moed zouden hebben, als “machthebbers” binnen het instituut kerk, om aan de slachtoffers van misbruik publiekelijk om vergeving te vragen en om openlijk duidelijke stappen te zetten naar volledig herstel van het aangedane onrecht. Dat herstel moet gepaard gaan met daden.

Ze zouden ook openlijk om vergeving moeten vragen voor het “misvormen” van priesters door het Romeinse instituut.

Dialoog tussen de WMK en de verantwoordelijken van de RKK

Tientallen en tientallen brieven werden naar bisschoppen en oversten verstuurd vanaf 1992 vanuit WMK. Drie decennia lang kwam er zelden of nooit een antwoord. De bisschoppen en oversten werden ELKE keer uitgenodigd op onze (H)Erkenningsdagen. Enkel onder druk van de zaak-Vangheluwe is eindelijk, in 2010, de eerste bisschop, mgr. Bonny opgedaagd. Moedig. Maar aartsbisschop Léonard liet meteen weten dat de WMK geen gesprekspartner kan zijn in deze materie. Wij blijven de bisschoppen  en oversten op hun verantwoordelijkheid wijzen.

Het bekend worden van het seksueel misbruik door bisschop Vangheluwe van Brugge heeft de publieke opinie wakker en door elkaar geschud. Het gerechtelijk apparaat is in actie getreden. Huiszoekingen in het aartsbisdom maakten duidelijk dat er binnen de top van de kerk klaarblijkelijk interne afspraken zijn om tot elke prijs te voorkomen dat dossiers gevonden worden. Ze deden er alles aan om te beletten dat daders berecht worden. Zij huurden advocaten in om zich te verdedigen tegen de slachtoffers die ze zelf maakten. Nooit namen zij de verdediging van een slachtoffer op zich. Ook Congregaties bieden juridische bijstand aan daders, nooit aan slachtoffers, ook al zijn beiden verbonden aan hun instituten, via hetzelfde sacrament van het doopsel.  

Daarom hebben wij in juni 2010 de politieke partijen van dit land openlijk opgeroepen een Parlementaire Onderzoekscommissie te installeren, teneinde te onderzoeken of er al dan niet een cultuur van gedoogbeleid bestaat ten aanzien van seksueel misbruik door clerici.

Onze persconferentie op de trappen van de Sint-Michielskathedraal hartje Brussel (juni 2010) was het keerpunt. Er was een massale internationale belangstelling van de pers.

's Anderdaags naam Renaat Landuyt (SP.a) met ons contact. De voorzitter van de kamer  ontving ons nog een dag later en het project om een parlementaire onderzoekscommissie over het seksueel misbruik was geboren. In datzelfde najaar reeds konden de werkzaamheden van die commissie starten in het Federaal Parlement.

Eigenlijk hebben wij als WMK altijd gepleit voor een Parlementaire Onderzoekscommissie. Enkel Vlaams Belang en CD&V stemden tegen. Het werd dus een  gewone Parlementaire Commissie. In het andere geval hadden ook politiemensen e.a. beroepscategorieën, die van pogingen tot beïnvloeding van de rechtsgang onder eed kunnen getuigen, wat nu niet kon. Een gemiste kans.

Maar van het resultaat waren wij toch tevreden, nl. de oprichting van het latere Arbitragehof dat aanleiding is geweest voor de bisschoppen om op een gelijkaardige wijze 10 Opvangpunten op te richten voor alle bisdommen en religieuze congregaties. Als WMK zijn wij er trots op dat wij een aantal slachtoffers van de RKK en haar bedienaars een stem hebben kunnen geven.

Ondertussen werd ook binnen de kerkstructuren weer dialoog mogelijk met als duidelijkste voorbeeld de Herkenningsdagen die WMK kon houden voor de slachtoffers waarop voortaan ook bisschoppen aanwezig waren met als hoogtepunten de evenementen in de kathedralen van Brugge en Antwerpen en de Nationale Basiliek van Koekelberg.

Wij zijn er ons anderzijds ook van bewust dat “onze armen nog veel te kort zijn” om op te boksen tegen het almachtige apparaat van de kerk in Rome en van haar zwijgende bisschoppen in nog heel wat landen. De laatste jaren werd dit vooral duidelijk gemaakt door de vele reportages zowel in kranten, radio en TV in al die landen met als uitschieter de film Spotlight die het pakkende relaas bracht van de Boston Globe reporters maar ook door de uitspraak van het EHRM dat in 2022 de immuniteit van de paus bevestigde.

Intussen startten vanuit het boek In naam van de Vader (2019) Ingrid Schildermans en Ibbe Daniels, twee programmamakers van VRT en productiehuis De Mensen twee en een half jaar een zoektocht naar getuigen uit dat boek als voorbereiding op Godvergeten, een vierdelige reeks die in september 2023 op Canvas wordt uitgezonden. Een schokgolf gaat over Vlaanderen en begin oktober 2023 starten de Hoge Raad voor Justitie, het Federaal Parlement en het Vlaams Parlement opnieuw met onderzoeken naar het verloop van het doodbloedende dossier Operatie Kelk dat startte na de huiszoekingen van 2010 o.a. in het aartsbisschoppelijke paleis in Mechelen maar in 2023 kansloos ten onder ging.